In de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit vervoer (Atb-v) is in een aantal artikelen opgenomen dat bij collectieve regeling afgeweken kan worden van de standaardregels. Middels dit artikel wordt invulling gegeven aan die mogelijkheid om bij collectieve regeling af te wijken. In de hierna volgende leden wordt per onderwerp aangegeven welke afspraken gelden, voor zover een eventuele bestaande OR of PVT daar mee heeft ingestemd. Wanneer er geen OR of PVT aanwezig is gelden de afspraken als opgenomen in de hierna volgende leden onverkort.

 

2.5.1 Pauze

Gelet op artikel 5.4 lid 3 Arbeidstijdenwet, in afwijking van het gestelde in artikel 5:4 lid 2 Arbeidstijdenwet, geldt dat indien werknemers meer dan 5,5 uren arbeid per dienst verrichten, de arbeid wordt onderbroken door een pauze van ten minste 15 minuten.

 

2.5.2 Dagelijkse/wekelijkse rusttijd

Gelet op artikel 2.5:1 lid 4 Arbeidstijdenbesluit vervoer, in afwijking van het gestelde in artikel 2.5:1 lid 3 Arbeidstijdenbesluit vervoer, hebben werknemers:

a. in elke aaneengesloten periode van 24 uren een onafgebroken rusttijd van ten minste 10 uren, welke rusttijd tweemaal in elke aaneengesloten periode van 14 maal 24 uren mag worden ingekort tot ten minste 8 uren; én

b. in elke aaneengesloten periode van 14 maal 24 uren een rusttijd van 72 uren, die mag worden gesplitst in perioden van ten minste 24 uren.

 

2.5.3 Arbeidstijd

Gelet op artikel 2.5:7 lid 5 Arbeidstijdenbesluit vervoer, in afwijking van het gestelde in artikel 2.5:7 lid 4 Arbeidstijdenbesluit vervoer, geldt dat de werknemers in elke periode van 26 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren per week arbeid verrichten.

 

2.5.4 Nachtarbeid

1. Gelet op artikel 2.5:4 lid 4 Arbeidstijdenbesluit vervoer, in afwijking van het gestelde in artikel 2.5:4 lid 3 Arbeidstijdenbesluit vervoer, geldt dat werknemers van de ondernemer onbeperkt nachtarbeid kunnen verricht.

2. De werkgever dient er voor zorg te dragen dat elke individuele werknemer aantoonbaar instemt met het gestelde in lid 1.

 

2.5.5 Arbeid op zondag

1. Partijen betrokken bij deze CAO stellen vast dat: de aard van de arbeid in de taxisector is zodanig dat gewerkt dient te worden op zondagen, en dat werknemers van de werkgever als gevolg daarvan verplicht kunnen worden om zondagsarbeid te verrichten.

2. Het gestelde in lid 1 leidt ertoe dat op grond van artikel 5:6 lid 3 Arbeidstijdenwet, inzet van werknemers van de werkgever op 39 zondagen in elke periode van 52 aaneengesloten weken kan geschieden zonder dat voor elk afzonderlijk geval de individuele instemming van de werknemer vereist is.

3. Indien de werkgever werknemers na de in lid 2 van dit artikel genoemde 39 zondagen in elke periode van 52 aaneengesloten weken wil inzetten, dan is dat tevens toegestaan, maar zal de werknemer in kwestie telkens individueel daarmee aantoonbaar moeten instemmen.